Hieronder volgt het tweede en laatste deel van het
exclusieve interview dat Ernst Labruyère van Ernst’s Economy for You had met
Folkert Buiter, initiatiefnemer van Icedôme Almere.
Artist impression van Icedôme Almere Afbeelding beschikbaar gesteld door: Folkert Buiter Klik om te vergroten |
Folkert:
Iedereen - wij
voorop - wil een 100% garantie dat het Icedôme-complex op tijd en binnen budget
opgeleverd en geëxploiteerd wordt. Maar als je stelt dat de financiering en
exploitatie rond moeten zijn vóór er afspraken gemaakt zijn, dan kan dat
helemaal niet! Welke zakenman of bedrijf gaat nu een zak geld op tafel zetten,
zonder te weten wat alle betrokken partijen willen en gaan doen? Daarom heeft nog niemand getekend.
Op
dit moment is die duidelijkheid er wel; nu zitten de acht tot tien belangrijkste
spelers om tafel en worden de handtekeningen gezet. We hebben afgesproken om
over dit proces en over de inhoud hiervan geen mededelingen te doen, tot alle
relevante grote partijen samen het eens zijn en samen de handtekeningen zetten.
Iedereen wil in alle rust tot een weloverwogen project en eigen rol komen. En
voorlopig zitten we nog op schema.
Ernst: De grondprijzen die Almere vroeg
[ca. €15 miljoen - EL]: zijn dat
marktconforme prijzen?
Folkert: Dat zijn de grondprijzen die de
gemeente er voor vraagt. Zij hanteren in hun grondprijsbeleid een bepaalde bandbreedte
voor grondprijzen, vastgesteld door de gemeenteraad.
Ernst: En daar zit geen stiekeme subsidie
in?!
Folkert: Nee, het is allemaal verifieerbaar,
omdat het allemaal openbaar wordt gemaakt na een besluit. Wij betalen de
grondprijs, maar wij verwachten dan wel dat Almere de grond bouwrijp maakt en
heel goed inricht. Daar heeft de gemeente zelf ook belang bij.
Nu
al hebben partijen zich gemeld, omdat de Icedôme Almere er komt en er daarnaast
een retailpark wordt aangelegd: bedrijven, organisaties voor sport etc. Daardoor
heeft de Icedôme als project een enorme spin off voor de gemeente.
Echter,
gemeentes mogen uitsluitend maatschappelijke belangen subsidiëren; iets dat wij
niet zijn. Wel kunnen ze de sporten subsidiëren die van onze faciliteiten
gebruikmaken. De gemeente kan daarnaast ook een business paviljoen nemen en dat
doen ze waarschijnlijk ook. In de business en exploitatie spelen ze echter geen
rol.
Ernst: Loopt de gemeente nog enig risico
gedurende de bouw- en exploitatiefase?
Folkert: Als de handtekeningen door de relevante
partijen eenmaal zijn gezet, helemaal niet meer.
Ernst: Ook niet in de vorm van
bankgaranties en verpandingen, waarbij ze als contragarant optreden?
Folkert: Nee, dat is ook ongeoorloofde
staatsteun. Dat mag helemaal niet. Wij willen geen last hebben van discussies
over staatssteun. Alles wat we kunnen krijgen omdat het mag: graag! Ook
maatschappelijke subsidies voor sportverenigingen die onze klanten worden en
voor onze overige partners: be my guest. Geld gaat daarheen en komt dan indirect
bij ons. Maar dat is geoorloofde staatssteun: dat is toegestaan.
Ernst: Maar er is dus geen enkele vorm van
garantie of garantstelling door Almere?!
Folkert: Nee, dat moet ook niet. Het is een
heel moeilijke markt in Nederland op dit moment. Financiers zijn zelfs te bang
om naar het toilet te gaan. Banken zijn tenminste eerlijk, als ze zeggen dat ze
met 60% eigen vermogensinleg nog wel 40% willen lenen.
En
als het geheel rond is, dan willen ze nog wel 20% vreemd financieren waarmee je
een hefboomeffect kunt organiseren, is mijn ervaring. Bij zekerheid wil
iedereen wel ondernemen. Ook zijn er private financiers die per partij best €1
- 3 miljoen willen financieren, maar daar hebben we op dit moment geen belang
bij.Ook het publiek heeft er in feite niets mee te maken wie de financiers
zijn: ze komen ons immers geen investeringsgeld brengen.
Wel
kunnen ze meepraten over welke faciliteiten er moeten komen in Icedôme Almere.
Wij
willen eerst met de grote partijen alles rond hebben en kijken dan wel verder
naar submogelijkheden, als de exploitanten, eigenaren en financiers dat willen.
Ernst: In hoeveel jaar moet het complex
afgeschreven worden? We hebben het over ca. €200 miljoen in investeringen.
Folkert: In het exploitatieplan is een
meerjarig onderhouds- en vervangingsplan volledig meegenomen.
Ernst: Maar het gebouw moet 20 tot 30 jaar
meegaan?
Folkert: Het gebouw gaat veel langer mee,
omdat je duurzaam bouwt. Alles is zo opgezet dat het kan worden veranderd in de
komende 30 - 50 jaar. Wij gaan nu uit van een levensduur van 30 jr, inclusief
meerjarig onderhoud, vervangingen en innovatie (zit in business case)
Ernst: Is het volledige stadion
terugverdiend in 30 jr?
Folkert: In het vastgoedmodel gaan de
financiers ervan uit dat ze het gebouw 30 jaar leasen en dan voor de restwaarde
verkopen. De restwaarde is door meerdere partijen gecalculeerd, waarbij de
calculaties slechts op details verschilden. Dit gaat over het gebouw, niet over
de installaties.
Ernst: Thialf is nu feitelijk een totaal
verouderde schaatsbaan, na een kleine dertig jaar exploitatie. Hoe houd je Icedôme
als geheel up to date?
Folkert: Ik zeg niets over Thialf, want daar
weet ik te weinig van. Onze meerjaren onderhoudsvisie en de
vervangingsstrategie is voor de komende dertig jaar ingebed in de
exploitatiebegroting. Daarmee is een probleem voor de toekomst weggenomen.
De
bouwpartijen en de leveranciers voor de technische installaties krijgen een
beheercontract, wat niet betekent dat ze een open doekje krijgen waarbij ze
kunnen vragen wat ze willen. Wij gaan uit van normale marktconforme prijzen om
de kwaliteit te garanderen.
Daarnaast
worden - a la Ajax – door Icedôme eigen mensen opgeleid die de kwaliteit van de
installaties en met name het ijs, kunnen garanderen. Als je niet blijft
investeren in je gebouw en je personeel, dan veroudert de zaak. Niet consequent
vernieuwen en niet goed onderhouden, is dodelijk voor de exploitatie op lange
termijn. Dan gaat het complex uiteindelijk verouderen.
Ernst: Als ik de onderhoudskosten op ongeveer
€50 miljoen schat, dan moet er in dertig jaar al €250 miljoen worden
terugverdiend. Dan zit ik al op minimaal €8-9 miljoen per jaar, wat de Icedome
op moet brengen om uitsluitend de kosten terug te verdienen.
Folkert: Ik mag daar geen uitspraken over
doen. Maar als je het geheel logisch bekijkt op basis van het verhuurmodel, dan
moet je €13-14 miljoen omzet draaien en bij €15 miljoen maak je tien procent
winst. Dat verhaal klopt.
Gelet
op de cijfers die ik nu weet, ook vergeleken met andere schaatscomplexen, dan
zijn we een heel eind verder en hebben we voldoende onderbouwing voor een
betere business case. We hadden tijdens de procedure maar 2,5 maand beschikbaar.
Inmiddels zijn we bijna zes maanden verder.
Er
zullen 600 tot 800 topsporters/talenten per dag aanwezig zijn, maar niet
allemaal tegelijk. Een topsporter staat meestal niet meer dan 2 uur per dag op
het ijs. Het zullen niet alleen Nederlandse topsporters zijn, maar ook
buitenlandse: de belangstelling is echt enorm.
Het
zijn topsporters op het gebied van langebaanschaatsen, shorttrack, inline
skating, turnen, kunstschaatsen en dansen. Daarbij gaat het opgeteld om
aanzienlijke aantallen mensen. We bieden alle sportfaciliteiten en daarnaast
medische verzorging, huisvesting, fitness en onderwijs. Dat is heel
aantrekkelijk voor topsporters; dat is ons ook bevestigd door bekende atleten.
Wat
met name Optisport als een exploitatiemaatschappij in Hoorn, Breda en Dordrecht
heel goed doet, is dat ze zowel voor gezinnen als bedrijven een dagje uit met
toeters en bellen mogelijk maken. Daar profiteren ijsbanen van die door
Optisport geexploiteerd worden. Wij moeten daar goed naar kijken.
We
gaan er van uit dat enkele verenigingen Icedôme Almere kiezen als thuisbasis.
Anderen blijven de eigen baan als thuisbasis gebruiken.
Toch
kunnen verenigingen extra trainen en wedstrijden rijden op topijs gedurende
250-330 dagen per jaar, tussen 18 en 24 uur. Dat is belangrijk voor
licentiehouders om tijden te zetten en zichzelf een beter PR te gunnen. Als men
bijvoorbeeld met 200 personen één tot twee uur komt trainen, dan kost dat per
persoon € 2 tot € 4 euro per keer. Dat is goed te doen.
Ernst: Is de KNSB een betrouwbare partner?
Folkert: Wij hebben nooit twijfel gehad aan
de KNSB en NOC/NSF. Dat zijn professionele organisaties. Wij doen niet mee aan
bespiegelingen over wat mensen wel of niet gezegd hebben in de afgelopen
periode. Het zijn belangrijke professionele organisaties, waarmee we goed uit
de voeten kunnen en die we zeer waarderen.
Ernst: Ben je niet bang dat ze proberen
onder het contract uit te komen>
Folkert: Nee, wat een onzin. Bij sommige
mensen is dat wellicht de wens, die de vader is van de gedachte. Ik geloof daar
niet in. Het zijn professionele organisaties. Ze hebben een enorme drive voor
de sport. Je moet daar respect voor hebben.
Wij
praten met verschillende bonden: de KNGU (turnen), KNWU (wielrennen) en hopelijk
ook de triathlon bond, over hoe we de faciliteiten in de buurt van de Icedôme
ook in dienst kunnen stellen van hun sporten. Wij doen dit bijvoorbeeld door
een fietsparcours en zwemparcours aan te leggen.
Daarnaast
willen we 24 uur fitness aanbieden en sportmedische faciliteiten ‘around the
clock’. Ook het topsporthotel is altijd open. Dat moeten we doen om het
succesvol te maken. In het topsporthotel kunnen we acclimatiseringsfaciliteiten
en andere faciliteiten voor hoogte- en tijdzonestages realiseren, die je kunt
combineren met het trainen op andere dan normaal Nederlandse tijdstippen.
Zo
kunnen sporters acclimatiseren voor toernooien in het Verre Oosten of in
Amerika. Je moet daarnaast het belang van de horeca niet onderschatten voor de
icedome.
We
bieden turnen en dansen, maar geen tennis. Turnen en dansen supporten
shorttrack en kunstrijden. Aan dansen is bovendien een grote behoefte binnen
Almere; die zijn op zoek naar professionele ruimte. Het zit zomaar vol. Er komt
dus niet nog van alles zomaar bij.
Ernst: het wordt geen onbeheersbare,
Gordiaanse knoop?
Folkert: Je krijgt topsportmanagement. We
werken overal wel samen met de topsportorganisaties, maar voor de dansvloer
geldt bijv.: een beheerder is gewoon een beheerder.
Dansverenigingen
en schaatsclubs hebben gewoon inspraak. Als ze niet kunnen organiseren, of
jureren, dan kunnen we ze desgewenst professionele juryleden en zelfs een
baancommissie leveren, die voor alles zorgen tegen een redelijke vergoeding.
Voor
een deel gaat Icedôme Almere de ijsverenigingen en anderen ondersteunen. Dat is
een heel betaalbaar geheel. En door middel van timeslots kunnen we de uren voor
die dansverenigingen en ook turnverenigingen indelen. Het is zeker 360 dagen
per jaar open van 06.00 u tot 24.00 u. Dat is 14 uur per dag, en in de praktijk
zijn we nog langer open. We gaan uit van een continue bezetting van 50%. Er
hebben zich zelfs al dansscholen gemeld. We gaan overigens eerst met NOC*NSF en
KNSB bekijken wat de meest handige indeling is van de uren.
Belangrijk
is een stadion voor topsporters en recreanten. Er is er een voor de 400 meter
en een voor de 30 x 60 meter. Wat belangrijk is, is een goede benutting van de
business paviljoens, door middel van onder meer een bedrijfstakgerichte
indeling. Dat gaat groeien in vijf tot zes jaar. Daar is nu al goede belangstelling
voor.
Die
business paviljoens kunnen bij ons in een formaat en hoeveelheid worden geleverd
die elders niet te krijgen zijn. Daar zijn partijen heel blij over. Diverse
organisaties willen hier graag in participeren. De tarieven zijn bijzonder
scherp ten opzichte van andere stadions en een eigen ruimte is 24 uur per dag
beschikbaar. Essentieel is meer bieden voor minder geld en daardoor per saldo
een win-win situatie voor de klant én voor het bedrijf creëren, want een volle
bak is het beste dat er is.
Als
je er als bedrijf continu aanwezig wilt zijn, dan heb je je smartphone of corporate
toegangspas. Er zijn altijd mensen in het gebouw. De catering kunnen we
leveren: geen probleem. Je kunt een eigen bar exploiteren, maar de voedsel en
drankjes leveren wij: niet tegen verkoopprijzen, maar voor een prijs die beide
partijen een marge laat. Die hele filosofie van hospitality en meedenken, dat
maakt het verschil.
Uit
onderzoek is gebleken dat – van recreant tot en met wedstrijd- en
evenementenbezoeker – de bestedingen variëren van € 1 per keer tot € 30 per
keer, met een doorsneebedrag van € 8 tot € 10 per bezoeker gemiddeld.
Als
we, net als alle andere stadions, er van uit gaan dat mensen geen drinken en
eten mogen meenemen, dan zijn die bestedingen zeker haalbaar. Als je denkt dat
mensen dat niet prettig vinden, dan vergis je je; feitelijk vinden mensen dat
wel prettig. Dan hoeven ze daar ook niet over na te denken en een rugzak mee te
nemen. Men wil een keuze uit een grote diversiteit aan producten tegen
acceptabele prijzen.
Overigens
denken we dat sporters die trainen wel hun eigen middelen moeten kunnen
meenemen (gel, drinken etc.). Voor de topsport is er daarnaast het topsportrestaurant met een speciaal prijsbeleid
voor de sporters
Wij
gaan gewoon voor perfect. We snappen echt wel dat er mensen zijn die scepsis
hebben, maar we gaan er gewoon voor om het beste te realiseren voor top- en
breedtesport. Dat gaat voordelen opleveren voor heel veel mensen.
Financieel
is het van belang dat onze partners geld kunnen verdienen. Dat krijg je nog
beter voor elkaar als het complex rond de klok open is. Je komt er ook om
meerdere redenen: voor het sporten of voor een beurs. Hoe dan ook, binnen vijf
minuten na het verlaten van de snelweg of het station ben je al binnen.
Ernst: Wordt Icedôme Almere nog een
concurrent van de Ziggodome?!
Folkert: Nee, hoor. We kunnen misschien
samenwerken. Zij doen waar zij goed in zijn – het organiseren van concerten in
een studioachtige ongeving - en wij doen dat op onze manier.
We
kunnen wel muziekevenementen doen, want bij ons kunnen er ca. 6000 - 8000
mensen meer dan in Ziggodome, maar dat zijn toch andere evenementen dan in
Ziggodome. Wij moeten wellicht de evenementen gaan doen die daar niet in passen,
qua format.
Maar
dat is niet ons hoofdstreven: ons streven is sport met evenementen ernaast en
daar is een meer dan gemiddelde belangstelling voor. Nu de gunning duidelijk
is, meldden zich veel serieuze organisaties. We praten met hen als het echt
gaat om toegevoegde waarde.
Ziggodome
en Arena wilden het beste realiseren. Dat is ze gelukt en daardoor gebeurt er
zoveel. Daarom zijn ze voorbeelden voor ons qua uitgangspunten, maar wij
richten ons op andere markten en denken aan complementariteit.
Ik heb in de afgelopen twee artikelen het interview met
Folkert Buiter zo integraal mogelijk geplaatst, zonder dit van aparte
kanttekeningen te voorzien, uit het oogpunt van een duidelijke scheiding tussen
interview en opinie.
In een separaat, Nederlandstalig vervolgartikel zal ik verder
ingaan op de kansen en bedreigingen die dit megaproject met zich meebrengt.
No comments:
Post a Comment